Jousmastate

Historie

Historie

In 1515 werd Juw Juwsma verdreven uit zijn Juwsmastate, later Jousmastate genoemd, die op deze plaats boven Wirdum (Frl) gelegen was. Dit is in documenten geboekstaafd, zodat deze plek daadwerkelijk herinnert aan de oude vete tussen Schieringers en Vetkopers. De state werd vernield en ging in vlammen op. Op het eilandje dat wij nu Jousmastate noemen, lag de versterkte stins. Aannemelijk is dat ook deze werd verwoest en daarna niet meer opgebouwd. 

Juw zocht en verkreeg steun van de familie Van Aytta in het nabijgelegen Swichum en kon later terugkeren, waarna de state werd herbouwd en in de familie bleef. Er is geen afbeelding van bekend, maar het was een aanzienlijke state, met naar verluidt tien kamers en zes kelders. Halverwege de 17e eeuw vererfde het geheel op een dochter, waardoor de familienaam veranderde: juffrouw Juwsma trouwde met een zoon uit de familie Van Eysinga, bewoners van een andere state in Wirdum. Zo kon het gebeuren dat in het jaar 1828 deze grond eigendom was van een familie Van Eysinga.

Hoewel dit niet de Van Eysinga’s waren die in Leeuwarden het Eysingahuis bezaten en in Langweer de Osingastate, verklaart dit voor een deel dat in dat jaar Frans Julius Johan van Eysinga, grietman van Doniawerstal en statenlid, hier begraven werd. In 1828 was de discussie over het begraven in kerken al zo’n dertig jaar gaande, namelijk sinds de Franse tijd. Hoewel het definitieve verbod pas in 1829 van kracht werd, moet de familie Van Eysinga het al in het jaar daarvóór onjuist hebben gevonden de overledene een rustplaats te geven in de al vele jaren bestaande grafkelder in de kerk van Wirdum. In plaats daarvan werd het stuk grond te Wirdum, het eilandje, bestemd tot particuliere begraafplaats. Deze grond was nog steeds eigendom van de familie, hoewel behalve de stins nu ook de state al was afgebroken. De begrafenis vond plaats zonder het ceremonieel dat men zou verwachten bij een man van deze statuur, zoals de kroniekschrijver van Wirdum opmerkte. Wellicht was in Leeuwarden al aan het afscheid aandacht besteed. In plaats van de naam Jousmastate werd sindsdien vaker de naam Eysinga-begraafplaats gebruikt.

Na 1828 is het eilandje nog 110 jaar van tijd tot tijd gebruikt als begraafplaats voor leden van de families Van Eysinga, Van Humalda van Eysinga en Burmania van Humalda van Eysinga. In de meeste gevallen zijn de graven zeer bescheiden gemarkeerd. Wel werd het eiland na verloop van tijd omringd door een muur die we ook nu nog zien oprijzen uit de gracht. Alleen in 1907 is een grote grafkelder gebouwd waarin uiteindelijk slechts twee overledenen zijn bijgezet. Ook na 1938, toen er voor het laatst een graf is gedolven, in een hoek van het terrein, is nooit het besluit gevallen dat op deze plaats geen graven mogen worden toegevoegd, zodat deze mogelijkheid nog altijd bestaat.

In 2022 is de begraafplaats samen met het stateterrein aanagewezen als gemeentelijk monument.